logo facebook   logo instagram

Login to your account

Username *
Password *
Remember Me

Florenville

logo marque ardenne vert

 

Zeer mooie neo-gothische kerk Onze Lieve Vrouw Hemelvaart, gebouwd in 1873, vernietigd in 1940, weer opgetrokken in 1951.

Van op de 50 meter hoge toren kan men een weids panorama van 800 km² bewonderen. De uitzichttoren is in juli en augustus open voor het publiek en buiten het seizoen op aanvraag voor groepen bij de VVV van Florenville. De kerktoren bezit ook een prachtige beiaard van 48 klokken, de grootste en mooiste van de provincie Luxemburg.

Achter de kerk, op de eerste cuesta van Lotharingen, het zeer mooie panoramisch uitzicht over de vallei van de Semois, de dorpen Sainte-Cécile, Martué, Lacuisine, Chiny en het grote Ardense woud.

Paysalia, het Interpretatiecentrum van het landschap is voorzien. Ontdek de landschappen en ontcijfer al hun geheimen bij de 4 geïllustreerde thema's: geologie, bos, landbouw, bouwkundig erfgoed. www.paysalia.be 

La Poivrière : dit merkwaardige kleine gebouw, in militaire architectuur, is een oude schans gebouwd ten tijde van Lodewijk XIV die diende om de Semois te verdedigen.

Stroomafwaarts ligt de site van het oude kasteel van de heren van Florenville: La Coue.

Standbeeld van Violette (heldin van de stripverhalen van Jean-Claude Servais) – bevindt zich valkbij de kerk, in het kleine parkje tegenover het gemeentehuis.

Talrijke winkels en boetieken die op zondag open zijn, cafés en restaurants voor ieder smaak.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

 

Ten zuiden, op de Frans-Belgische grens, in een aangename, rustige en betoverende bosomgeving ligt Chameleux.
Hier kwam de Romeinse heirweg Reims-Trier voorbij. Gedurende vier eeuwen was hier nu en dan een uitspanning die dienst deed als servicestation voor Romeinse soldaten en reizigers.

De plaats werd wetenschappelijk blootgelegd en didactische bordjes verschaffen uitleg.
Rondleidingen op aanvraag voor groepen bij het VVV van Florenville (+32 61 31 12 29 - )

De beek van Williers voedt vijvers waarin forellen gekweekt worden. Een restaurant bistrot de terroir ontvangt er u.

 

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

Chassepierre dankt zijn naam aan de twee Latijnse woorden Casa Petrea die Stenen huis betekenen.

Op vier kilometer van Florenville vertoont het dorp Chassepierre, een opmerkelijk architecturaal ensemble : talrijke huizen uit de XVIIIde en XIXde eeuw, de kerk Saint-Martin en haar kerkhof, de pastorie, en de gemene molen.

De kerk, uit 1702, is opgericht in het midden van het oude kerkhof; de toren heeft een barok uiteinde. De pastorie die ernaast ligt dringt zich op door haar volume : een dubbel gebouw met twee verdiepen uit 1790. Aan de achterkant overheerst het twee alleraardigste huizen uit de XVIIIde eeuw gebouwd op de oevers van de Semois.

Le Trou des Fées lager gelegen dan de kerk, is een netwerk van ondergrondse galerijen, door de mens in de kalkrots (cron) gegraven. Ze lopen verder onder de funderingen van de oude molen naar de pastorie waar ze in de kelders uitmonden. Le Trou des Fées, evenals de ruïnes van de molen, zijn opgeknapt en ingelast in een bezoekerscircuit. De molen is zo ingericht dat kulturele manifestaties zoals theater - en muziekvoorstellingen mogelijk zijn.

De weg Florenville-Bouillon loopt een vijftigtal meter boven het dorp Chassepierre en biedt een prachtig panorama op één van de mooiste bochten van de Semois en op de eerste steile cuesta.

Chassepierre maakt deel uit de vereniging "De mooiste dorpen van Wallonie"

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

Le Breux is gelegen halfweg tussen Chassepierre en Laiche, aan de oever van de Semois.

Op deze plaats ziet men nog de pijlers en de steunberen van de in 1940 vernielde brug van de buurtspoorweg Marbehan - Sainte-Cécile.

Op de ruïnes van de oude brug van de tramlijn werd een passerelle gebouwd. Zo worden de twee lager gelegen toegangen tot het dorp over de Semois heen met elkaar verbonden. 

Vanaf deze plaats kan je een aangename wandeling door het dorp maken.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

 

Mooi en schilderachtig gehucht. Het ligt over zijn hele lengte aan de Semois.

De brug van Laiche werd gebouwd in 1900 als verbinding met het vlakbij

gelegen domein Les Epioux. De huidige brug dateert van 1960.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

 

In Azy stond een kasteel, versterkt huis uit de XIIIde eeuw. De wandeling van de Bohanan is een echte aanrader. Je wandelt er een groot stuk op de oevers van de Semois.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

 

Rustig en plattelandsdorp. Ontleent zijn naam aan het Latijnse woord Fontanicula of kleine fontein.

De zuidelijke heuvel wordt sinds eeuwen een gele bouwsteen ontgonnen onder de naam pierre de Fontenoille, een steen van bijzondere kwaliteit.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

De oude spelling Cuisina (of Quisine) herinnert aan de tijden waarin de graven van Chiny er hun keuken opsloegen gedurende jachtpartijen.

Lacuisine strekt zich uit langs de rijksweg Florenville-Neufchâteau, gelijklopend met de Semois.

De opmerkelijke oude watermolen - hersteld en gebruiksklaar- bediende vroeger een zagerij.

Hij werd gebouwd tijdens de Oostenrijkse periode. De windwijzer met de keizerlijke wapens dateert van 1770.

De brug over de Semois, niet ver van de molen, heeft een verleden. Zij werd heropgebouwd in september 1944 door 296TH Engineer (c) Battalion

van het Amerikaanse Leger. Ter plaats ligt een gedenkplaat ingehuldigd in juni 1994 in aanwezigheid van Amerikaanse veteranen.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

Dit kleine plattelandsdorp bezit een buitengewoon zeldzaam gerechtskruis, getuige van de vrijstelling die het dorp hag verkregen door de wet van Beaumont (1327), geklasseerd monument.
Mooie kapel uit de XVIIIde eeuw. Zijn oude verbouden molen en de brug over de Semois vormen samen een schilderachtig geheel.

 

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

Enkele kilometers naar het noorden strekt zich het grote woud van Les Epioux uit, waarvan het grootste deel (1721 ha) aan het OCMW van de stad Bergen (Mons) toebehoort.

Victor Dejardin (1830-1915), landbouwer uit Harmignies, schonk dit landgoed bij testament van 1898 aan de Burgerlijke Armenhuizen van Bergen (Mons).

Het verhaal gaat dat deze gierige, armoedig geklede en ietwat onhandige man, Les Epioux verwierf in juni 1887. In feite bezat deze bescheiden boer een aanzienlijk fortuin. Er wordt verteld dat hij contant met gouden munten zou hebben betaald. Sommigen voegen eraan toe dat die zelfs in zijn paraplu zaten! Weer anderen zeggen dat er een gat in die paraplu zat!!! In feite bezat deze bescheiden boer een aanzienlijk fortuin.

Hij begon te twijfelen of hij wel een goede koop had gesloten, door de hoge kosten van herbebossing. Zijn twijfel groeide nog toen de dijk van de grote vijver het begaf (1888) waardoor 500.000 m³ water wegliep. Dit voorval vergde zware herstellingskosten en bovendien werd schadeloosstelling langs de hele Semois tot aan Bouillon geëist. De werkhuizen van Epioux-Bas werden vernield. Na zijn dood  bleef de onroerende waarde sindsdien verder stijgen!

Het kasteel van Epioux, gebouwd in 1650 voor de meester-opzichters (belast met de exploitatie van de smederij in opdracht van de eigenaar van de smederijen) werd gerenoveerd in 1730. De voorlaatste eigenaar, de industrieel Louis Zoude, liet in 1878 de toren optrekken.

Een beroemde gast, prins Pierre-Napoléon Bonaparte (1815-1881), zoon van Lucien Bonaparte en neef van keizer Napoléon I, verbleef op het kasteel van 1862 tot 1871. Zijn turbulente leven bracht hem onder andere naar Les Epioux. Hij bracht zijn tijd door met jagen en het schrijven van boeken die hij zelf drukte. Aan de gevel van het kasteel getuigt een leistenen gedenkplaat van zijn verblijf in Les Epioux.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

De oorsprong van het dorp Muno zou tot duizend jaar teruggaan. De oudste akten bevestigen de schenking van de heerlijkheid Muno aan de abdij St Vanne te Verdun.

De benedictijnen stichtten er een priorij, met de bedoeling van hieruit hun goederen te beheren : gronden en bossen. Ze deden een beroep op bescherming bij de verschillende heren en tenslotte werd bij het begin van de XVIIde eeuw de geestelijke heerlijkheid afgestaan aan de jezuïeten uit Luik. Deze laatsten reglementeerden de rechten en gewoonten die van toepassing waren op de bossen om de bouwkosten van hun college te Luik te dekken.

De inwoners gingen hun bossen afbranden om hun misnoegen te uiten op de overdreven heffingen in hun bossen. De naaldbomen geplant in het zuidelijke deel van het woud vervangen de destijds afgebrande zones. Later ging Muno over naar het hertogdom Luxemburg. De priorij van de jezuïeten bestaat nog maar werd tot een hoeve omgebouwd. Dit privaat eigendom ligt boven het dorp.

Vanop de weg die Watrinsart met Muno verbindt, ontdekt men een zeer mooi panorama in de richting van Muno en het Ardense woud.

Roche à l'Appel

Wie zich voor geologie interesseert, kan een aangename en leerrijke dag doorbrengen in de onmiddellijke omgeving van Muno. De Roche à l'Appel vormt het middelpunt van het geologische reservaat. Ze vormt met het naburige woud een zeer aangename omgeving. Via het wandelpad bereik je de top van waar men een mooi uitzicht heeft op het Ardense woud en de eerste twee cuesta's.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

 

 

Het dorp Sainte-Cécile is ingeplant in het zuiden van het Ardense woud. Het ligt op mergel uit het Hettangiaan (Onder-Jura), alleen geschikt voor weiland, met als gevolg een open landschap zodra men het woud verlaat.

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

Te midden van het bos, en aan de oever van de Semois ligt een oude priorij.
In 1173 werden de gronden van Conques aan de abdij van Orval geschonken door de Graaf van Chiny en de heer van Sainte-Cécile. Er kwam een boerderij en in 1694 vestigden de monniken er een studie- en rusthuis. In 1715 werd begonnen met de bouw van de priorij, waarvan de kerk in 1718 werd ingezegend. Het hoofdgebouw werd voltooid in 1732.

De eigendom van Orval bestond hoofdzakelijk uit het nagenoeg volledige gebied van de oude meander van de Semois en vormde een insprong in de eigendom van prins van Loewenstein-Wertheim-Rochefort. Veel grenspalen in Jurassische zandsteen gaven de grens aan tussen de eigendommen van Orval, en die van de prins van Rochefort. In deze grenspalen was een herdersstaf van de abdij gebeiteld aan de kant van de gronden van Orval, en de letter R aan de kant van het domein van de prins van Rochefort.

De hele buitenrand van de bocht maakt vandaag deel uit van het Staatsbos van Conques-Sainte-Cécile. Heel de site staat nu onder monumentenzorg.

Stroomopwaarts, richting Sainte-Cécile, bestaat nog een afdamming, vroeger door de monniken aangelegd en die trouwens de naam Vanne des Moines draagt. Dit bouwwerk is uitgevoerd met grote blokken leisteen. Het is in de jaren 80 hersteld. Het heeft de tand destijds doorstaan. De site is zeer mooi.

 

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

 

 

Villers-devant-Orval is een typisch dorpje uit Gaume. Het ligt aan de Marche, een kleine waterloop die de grens vormt tussen Frankrijk en België.

Dit dorp bestond al in het Romeinse tijd; tijdens opgravingen uitgevoerd in 1972 en 1973 op de plek « Le Bois le Baron », werden tweeënveertig graven ontdekt; uit het opgegraven aardewerk en de andere gevonden voorwerpen blijkt dat het kerkhof dateert van de Iste en IIde eeuw na Christus. Er stond al een kasteel te Villers-devant-Orval in de VIde eeuw; graven uit de Frankische periode werden blootgelegd. Het kasteel was een imposant gebouw in de Middeleeuwen, maar het viel in puin tijdens de vorige eeuw.

Wanneer men door het dorp wandelt, ontdekt men enkele oude boerderijen uit de XVIIIde eeuw en zelfs een slot uit de XVIIde eeuw, thans geklasseerd. Op de « Place de l'Etang » in het midden van het dorp staat de fontein Saint-Gengoulf; deze oude constructie werd in 1847 weer opgetrokken; in een nis bevindt zich het beeld van de patroonheilige van de parochie en patroon van de kerk. Aan de overkant ziet men nog een « fumière » die zoals de naam het aangeeft, een opslagplaats was voor mest. De houten balken die het dak steunen zijn afkomstig van de oude kerk die bij het begin van de oorlog 1940-45 vernield werd. Villers-devant-Orval, dichtbij de Maginotlijn gelegen, werd inderdaad gedeeltelijk vernield in 1940.

 

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

 

In Orval bezoekt men de oude abdij (van de XIIde tot de XVIIIde eeuw) vernield tijdens de Franse Revolutie, waarvan enkel nog zeer mooie en suggestieve ruïnes overblijven. De nieuwe erg levendige abdij kan men niet bezoeken, omwille van de kloosterregels. Het geheel vormt een prestigevol ensemble.

De geschiedenis van Orval begint met een legende. Mathilde van Toscane, opperleenvrouwe van de graaf van Chiny, tante van Godfried van Bouillon, en eigenares van de gronden van Orval, zou er haar trouwring verloren hebben in een fontein. Ze bad tot onze Lieve-Vrouw, en toen sprong een forel uit de fontein met de ring in zijn bek. De gravin zou dan geroepen hebben : « Voorwaar, het is hier een Val d'Or », en uit erkentelijkheid zou ze aan de monniken voldoende grond gegeven hebben om er een abdij te bouwen. Vandaar, volgens de legende, de naam en het blazoen van Orval.

De monikken eerbiedigen de regel van Sint Benedictus en leven van hun arbeid, in armoede. Maar het onderhoud van de gemeenschap en van de gebouwen vergt nog andere inkomsten die komen van boerderijen, smederijen en ook van de vele giften aan het klooster.

De abdij bloeit, door de eeuwen heen, met zoals altijd, de gebruikelijke lotgevallen : oorlogen, troepenbewegingen, plunderingen, brandstichting, enz. In augustus 1637 plunderen de Franse troepen van maarschalk Châtillon de abdij en steken ze in brand. Ten tijde van de Franse Revolutie telt de gemeenschap 59 leden. Op 23 juni 1793 plunderen de revolutionairen onder de leiding van Generaal Loison, uit Damvillers, opnieuw de abdij en steken ze weer in brand. In 1926 willen monniken zich opnieuw te Orval vestigen. De nieuwe eigenaars schenken hun de gronden van Orval; een nieuwe gemeenschap ziet het leven en plaatst Dom Marie-Albert Van Der Cruyssen aan haar hoofd. Door zijn volharding en hardnekkigheid en ook door de talrijke giften, wordt een nieuwe abdij opgebouwd, naast de oude, en in 1948 ingewijd. Het kloosterleven gaat verder in Orval.

De abdij van Orval bezat haar eigen smederij die haar hoogte punt kende in de XVIIde en XVIIIde eeuw. Het water werd ernaartoe gebracht, rechtstreeks uit de vijver van Neufmoulin, langs een tunnel gebouwd door de monniken uit vierkant uitgehouwen Jurassische zandsteen.

Op de fundering van het oude gerechtshuis werd een herberg gebouwd in 1932. Die werd daarna vernietigd en volkomen heropgebouwd als café-brasserie genaamd L'Ange Gardien.

Dichtbij de abdij, aan het kruispunt van de wegen Florenville-Virton en Villers-devant-Orval, ligt het kasteel van Orval, een privé bezit, 

De wandeling van Orval naar Chameleux is één van de mooiste dat men kan aanraden. Ze brengt je naar tot de Gallo-Romeinse plaats van Chameleux.

www.orval.be

Arrow
Arrow
ArrowArrow
Slider

ChassepierrePâtes - OrvalPromeneursChocolatCyclistes FlorenvillePiscine à FlorenvilleGibiersPêcheurOrval - bièreLes ÉpiouxPâté gaumaisAbbaye d'Orval

Contact

  • Syndicat d'initiative de Florenville sur Semois
    Esplanade du Panorama 1
    6820 FLORENVILLE
  • +32 (0) 61 31 12 29

Openingsuren van het VVV-kantoor

HET HELE JAAR DOOR
Van maandag tot zaterdag : 9:00 > 17:00
Op zondag en feestdagen : 10:00 > 17:00

JAARLIJKSE SLUITING
Kerstdag : 25 december. Nieuwjaar : 1 januari
Carnavalszondag van Florenville

© 2016 VVV-kantoor van Florenville | Wettelijke bepalingen

logo VISITGAUME Maison du Tourisme    logo province luxembourg 3    logo Association touristique du Luxembourg belge  logo commissariat general tourisme 3  logo Wallonie Destination QualitéVolg ons op   logo facebook   logo instagram