Villers-devant-Orval is een typisch dorpje uit Gaume. Het ligt aan de Marche, een kleine waterloop die de grens vormt tussen Frankrijk en België.
Dit dorp bestond al in het Romeinse tijd; tijdens opgravingen uitgevoerd in 1972 en 1973 op de plek « Le Bois le Baron », werden tweeënveertig graven ontdekt; uit het opgegraven aardewerk en de andere gevonden voorwerpen blijkt dat het kerkhof dateert van de Iste en IIde eeuw na Christus. Er stond al een kasteel te Villers-devant-Orval in de VIde eeuw; graven uit de Frankische periode werden blootgelegd. Het kasteel was een imposant gebouw in de Middeleeuwen, maar het viel in puin tijdens de vorige eeuw.
Wanneer men door het dorp wandelt, ontdekt men enkele oude boerderijen uit de XVIIIde eeuw en zelfs een slot uit de XVIIde eeuw, thans geklasseerd. Op de « Place de l'Etang » in het midden van het dorp staat de fontein Saint-Gengoulf; deze oude constructie werd in 1847 weer opgetrokken; in een nis bevindt zich het beeld van de patroonheilige van de parochie en patroon van de kerk. Aan de overkant ziet men nog een « fumière » die zoals de naam het aangeeft, een opslagplaats was voor mest. De houten balken die het dak steunen zijn afkomstig van de oude kerk die bij het begin van de oorlog 1940-45 vernield werd. Villers-devant-Orval, dichtbij de Maginotlijn gelegen, werd inderdaad gedeeltelijk vernield in 1940.